whitepaper effectiviteits- onderzoek Minder pijn en meer bewegingsvrijheid voor mensen met artrose door het dragen van een siliconen pols-handorthese
onderzoek In de praktijk
12 November, 2022 [Edition 15, Volume 4]
De resultaten van deze grootschalige PROM-studie naar de effectiviteit van een siliconen pols handorthese (SPHO) bij patiënten met hand-Osteo Artritis (OA) laten zien dat het gebruik van een SPHO bijdraagt aan het algemene dagelijkse functioneren, pijn vermindert en de breedte van potentiële dagelijkse activiteiten vergroot. Actief blijven helpt de zelfredzaamheid van de patiënt te vergroten. Interventies ter bevordering van de mobiliteit moeten niet alleen gericht zijn op het voorkomen van het beperken van de handffunctie, maar ook op het herstellen en behouden van mobiliteit in het algemeen. Uit dit onderzoek blijkt dat het gebruik van een SPHO pijnverlichting en passende ondersteuning van het gewricht lijkt te bieden. Dit onderzoek is samen uitgevoerd met Xpert Handtherapie. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in The Journal of Hand Therapy DOI: https://doi.org/10.1016/j.jht.2022.09.003
Nauwkeurige
Samenvatting Artrose (osteoartritis) is één van de meest voorkomende chronische ziektes die leidt tot invaliditeit onder ouderen (60+). In 2019 waren er ongeveer 500.000 mensen met artrose aan hand en pols in Nederland. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren sterk stijgen door de toenemende vergrijzing en overgewicht. Als gevolg van pijn, stijfheid en verminderde kracht kunnen dagelijkse activiteiten sterk beperkt worden. Hierdoor wordt het uitvoeren van zelfzorgactiviteiten lastiger en kan de patiënt afhankelijk worden van zijn omgeving en van gezondheidszorgvoorzieningen. Het doel van dit onderzoek is om de door de patiënt gerapporteerde uitkomst van de huidige conservatieve therapeutische behandeling met een siliconen pols-handorthese voor patiënten met artrose te bespreken. De resultaten laten een verbetering zien in het algehele dagelijkse functioneren van 77% en in pijnvermindering met 61%. Dit onderzoek bevestigt dat het dragen van siliconen pols-handorthese vooral een groot effect heeft bij het uitvoeren van statische of repeterende polsbelastende activiteiten. Echter worden ook bij activiteiten waarbij veel polsbewegingen of een fijne motoriek vereist zijn, positieve effecten waargenomen. In de literatuur is geen overeenstemming over het effect van polsorthesen op de handkracht. Dit onderzoek laat zien dat de activiteiten waarvoor grijpkracht nodig is, zoals het tillen van een boodschappentas, het openen van een potdeksel en het uitvoeren van bepaalde uishoudelijke taken, weldegelijk positief worden gestimuleerd door het dragen van een SPHO. De groep die geen problemen of lichte problemen ervaart, is voor deze activiteiten sterk gestegen en alledrie meer dan verdubbeld. Hiermee zou de inzet van een SPHO bij kunnen dragen aan een positieve verbetering van krachtsvermeerdering. Daarnaast laat dit onderzoek zien dat ook het langetermijneffect substantieel is, waarbij 69% van de patiënten een beetje of veel verbetering ervaart na de levering van een eerste voorziening en 68% bij een herhalingsvoorziening. Hiermee draagt dit onderzoek bij aan het inzicht van het langetermijneffect voor het dragen van een SPHO. De resultaten van dit grootschalige PROM-onderzoek onder 551 patiënten naar de effectiviteit van SPHO bij patiënten met artrose, laten zien dat het gebruik van een SPHO lijkt te dienen als een geschikte ondersteuning voor gewrichten, waardoor pijnverlichting en bewegingsvrijheid wordt geboden. Het gebruik van een SPHO bijdraagt aan het algemeen dagelijks functioneren, pijn vermindert en de mogelijkheden voor dagelijkse bezigheden vergroot. Minder pijn zorgt ervoor dat patiënten makkelijker bewegen, waardoor ze weer actiever in het leven staan en de levenskwaliteit verbetert. Juist blijven bewegen draagt bij om gewrichten soepel te houden, spieren te versterken, wat direct bijdraagt aan het vergroten van de zelfredzaamheid van de patiënt. Het behandelen van patiënten met artrose middels een SPHO moet worden beschouwd als een nuttige, niet-chirurgische behandelmethode. Discussie: In deze PROM-studie meldde 77% van de patiënten een verbeterd algemeen dagelijks functioneren bij het dragen van een SPHO. Over het algemeen werd goede vooruitgang gezien, maar 23% van de patiënten ervoer geen verbetering of zelfs verslechtering van hun functie. Verder onderzoek kan helpworken om meer inzicht te krijgen in de redenen waarom patiënten geen verbetering ervaren. Leren van de individuele voorkeuren vergroot de mogelijkheid tot het verbeteren van de SPHO-modellen. Deze studie bevestigt dat conservatieve behandeling door middel van een SPHO, een positieve bijdrage kan leveren aan de behandeling van handartrose. Gemeenschappelijke doelen voor de behandeling van handartrose zijn pijnverlichting, verbeterde handkracht en ROM (range of motion) en verminderde stijfheid, met een algemeen doel om de fysieke handfunctie te verbeteren. Evidence-based practice vereist kennis van interventies die het meest effectief behandeldoelen zullen aanpakken en het beste een prioritair probleem zullen aanpakken. Een orthese voor handartrose is bedoeld om gewrichtswrijving te verminderen en overmatige gewrichtsspanning te voorkomen door gewrichtsbewegingen te verminderen. Hoewel critici van immobilisatie melden dat het behoud van normaal weefsel mobiliteit vereist, kan overmatige mobilisatie van onstabiele artritische gewrichten verdere instabiliteit aanmoedigen. Verschillende studies hebben gemeld dat een orthese pijn verminderde en de functie verbeterde tijdens dagelijkse activiteiten bij patiënten met artritis. Verbetering van het functioneren tijdens dagelijkse activiteiten Deze studie bevestigt dat het dragen van een polsorthese een bijzonder belangrijke invloed heeft op de uitvoering van statische en repetitieve polsbelastingsactiviteiten. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn: een tas met boodschappen optillen en spullen dragen, huishoudelijke klusjes en het vasthouden van een boek. Positieve effecten zijn echter ook waargenomen bij activiteiten die veel polsbeweging of fijne motoriek vereisen, zoals kleding knopen, de telefoon hanteren, douchen, baden en aankleden. Een orthese ondersteunt de hand of pols in een gunstige positie, waardoor ongunstige krachten op het kraakbeen en de ligamenten worden vermeden en patiënten minder pijn kunnen ervaren. Patiënten ervaren ook meer ondersteuning bij een orthese, wat als een voordeel wordt gezien bij het uitvoeren van deze activiteiten. Het dragen van een SPHO kan een activiteit mogelijk maken door minder pijn en meer ondersteuning. In het verleden werd vaak geadviseerd om de hele dag een polsorthese te dragen. In de afgelopen jaren gaat het advies echter vaak over het dragen van de polsorthesen, voornamelijk tijdens activiteiten die de polsen belasten. Gezien de resultaten van deze studie kan het huidige advies verder worden verbeterd door statische activiteiten op te nemen die de polsen belasten, zodat die activiteiten geen polsbeweging vereisen. Ondersteuning bij krachtverlies De gripsterkte bleek te verbeteren met SPHO-gebruik, omdat de groep die 'geen of milde problemen' ondervond aanzienlijk toenam voor activiteiten die gripkracht vereisen tijdens het dragen van een SPHO, waaronder: 'boodschappentas tillen' (+133%), 'potten/potdeksels losdraaien' (+153%) en 'huishoudelijke taken' (+200%). Alledrie meer dan verdubbeld. Er is geen consensus in de literatuur over de effecten van polsorthesen op handsterkte. Hoewel Stamm en Kjeken in hun review concludeerden dat polsorthesen de grijpkracht direct na de polsorthese kunnen verhogen, zijn de resultaten van eerder werk hier niet eenduidig mee in overeenstemming. Gomes Carreira vond eerder onvoldoende bewijs van handsterkteverbetering met een SPHO. De bevindingen van deze studies waren gebaseerd op kleinere onderzoekspopulaties van 60 patiënten of zelfs minder, terwijl de huidige grootschalige studie van 551 patiënten de suggestie van een positief effect van een SPHO op de grijpsterkte versterkt. Gecontroleerde studies zijn nodig om definitieve conclusies te trekken over de effecten van SPHO's op gripsterkte. De positieve bevindingen van deze studie ondersteunen de noodzaak van verder onderzoek met behulp van een grootschaliger gecontroleerde studie. Pijnvermindering Uit dit onderzoek blijkt dat pijn met 71% afnam met het gebruik van een SPHO. Wetenschappelijk gezien werd het meeste bewijs gevonden voor een kortetermijneffect, onmiddellijk nadat de polsorthese was verstrekt. Verschillende studies hebben aangetoond dat het dragen van een (duim-)orthese leidde tot een significante vermindering van pijn bij het uitvoeren van activiteiten. Van der Vegt constateerde een lichte vermindering van de pijnscores bij een groep van 63 patiënten met handartrose wanneer zowel op maat gemaakte orthesen als kant-en-klare modellen werden gebruikt. In het huidige onderzoek werd een sterkere verbetering aangetoond na het gebruik van een SPHO. Hoewel dit aangeeft dat het gebruik van een SPHO een sterke invloed heeft op de dagelijkse activiteitsprestaties tijdens het gebruik van een SPHO, is verder onderzoek nodig met een vergelijkende studie tussen confectie en op maat gemaakte SPHO om deze hypothese verder te onderbouwen. Herhaalvoorzieningen worden 3 jaar na het begin van het dragen van een SPHO geleverd. Deze studie merkte pijnvermindering op lange termijn op bij patiënten die de SPHO gedurende 3 jaar of langer gebruikten. Het positieve effect op pijnvermindering voor patiënten die een herhalingsvoorziening kregen, was 69%, waarvan 37% 'significante verbetering' in pijnvermindering meldden. Deze resultaten waren zeer vergelijkbaar met die van nieuwe gebruikers. De langetermijneffecten van SPHO's zijn minder uniform in de literatuur. Tot op heden zijn slechts enkele gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken uitgevoerd, waarbij patiënten die gedurende een bepaalde periode een polsorthese droegen, werden vergeleken met controlepatiënten. Kjeken vond geen significant verschil tussen de interventiegroep en de controlegroep in pijnvermindering na een periode van 6 maanden voor patiënten met handartrose, terwijl Kloppenburg concludeerde dat hoogwaardige klinische onderzoeken nu aantonen dat spalken effectief zijn in pijnverlichting voor artrose aan de duimbasis, maar het optimale spalktype en de instructie voor gebruik, is niet gedefinieerd. Als zodanig draagt deze studie bij aan de positieve bevindingen van Kloppenburg en aan de positieve bevindingen van Kjeken voor een effect op langere termijn van SPHO's. Deze studie toont zelfs een pijnreductie-effect van meer dan 3 jaar aan, waardoor extra inzicht wordt gegeven in de werkzaamheid op langere termijn van SPHO's. Bijwerkingen van polsorthesen Uit dit onderzoek blijkt dat alle activiteitengroepen verbeterden met het gebruik van de SPHO, waarbij activiteiten die meer fijne motoriek vereisen, minder verbeteren dan de activiteiten die grove motoriek vereisen. Patiënten noemden zowel voordelen als belemmerende effecten bij het dragen van polsorthesen met betrekking tot functionele mogelijkheden. Polsorthesen worden vaker als omslachtig beschouwd tijdens activiteiten die veel polsbewegingen vereisen en kunnen de snelheid van een actie mogelijk verminderen. Het belangrijkste nadelige effect van een polsorthese in de literatuur is verminderde behendigheid. En er is substantieel bewijs in de literatuur dat immobilisatie van de pols de bewegingsvereisten voor proximale gewrichten verhoogt. Om de verwachtingen te managen, is het belangrijk om patiënten te informeren dat beperkingen als gevolg van hun handartrose niet helemaal zullen worden geëlimineerd door een SPHO. Het uiteindelijke succes van de polsorthese komt grotendeels neer op de individuele patiënt; de patiënt moet immers de orthese gebruiken tijdens het dagelijkse werk en routines en zal zowel voor- als nadelen ondervinden. Beperkingen Dit werk heeft verschillende beperkingen. Ten eerste werd niet vastgelegd welk model SPHO de patiënt droeg (fig. 1, 2), of op welke hand (dominant of niet dominant) en of de orthese overeenkomt met de juiste diagnose. Deze aspecten kunnen van invloed zijn op het functioneren bij de SPHO. Deze studie corrigeert niet voor de factoren geslacht, leeftijd, type diagnose, die van invloed kunnen zijn op hoe mensen scoren op de PRWHE. Dit zou echter bijdragen aan de kwaliteit van de uitkomsten en moet in toekomstige vervolgstudies in aanmerking worden genomen. Conclusies over het langetermijneffect van SPHO's zijn gebaseerd op herhaalde levering aan patiënten met een minimaal gebruik van 3 jaar. Er wordt geen inzicht gegeven in het verschil in SPHO-werkzaamheid na > 3 jaar. Het zou voor toekomstig onderzoek interessant zijn om de mogelijkheid van verslechtering van de baten te evalueren met een SPHO op basis van een langer tijdsbestek. Tot besluit Wetenschappelijk is er nog weinig bekend over welke draaginstructies en overwegingen “evidence based” zijn bij het adviseren van SPHO aan patiënten met OA. Met dit onderzoek hopen we bij te dragen met praktische adviezen omtrent dit onderwerp die professionals kunnen gebruiken in de dagelijkse praktijk.
whitepaper Minder pijn en meer dagelijkse bewegingsvrijheid voor mensen met artrose door het dragen van een siliconen pols-handorthese
aansluiting
op de huid
VERBETERING FUNCTIONEREN In deze PROM-studie meldde 77% van de klanten een verbetering in het algemeen dagelijks functioneren
Text
LIVIT INNOVATIE siliconen polshand orthese
Figuur 1:
PIJNKLACHTEN STERK VERMINDERD Uit dit onderzoek blijkt dat pijn met 71% afnam met het gebruik van een SPHO
Figuur 2:
Duimorthese cmc1 stabiliserend en ondersteunend rondom het cmc1 gewricht
Wouter Akkerman (CPO, Director Livit Orthopedie), Marloes Hofstra (MSc in Occupational Therapy, Xpert Handtherapie, Rotterdam), Jan Willem Van der Windt (MSc, CEO Livit Orthopedie), Peter Meussen (CPO Livit Orthopedie)